Theater Münster

De Schouwburg Münster is een van de grootste culturele instellingen van de stad en kan terugblikken op een lange traditie - sinds de eerste voorstelling in 1956. Met vijf afdelingen en drie zalen staat er het hele jaar door een groot aantal voorstellingen van uiteenlopende aard op het programma. Op het programma staan muziektheater (opera, operette en musicals), toneel (zowel klassieke wereldliteratuur als hedendaagse premières), dans (met een internationaal ensemble), jeugdtheater (met sprookjes of nieuwe kindervoorstellingen) en ongeveer 80 concerten van het Münster Symfonie Orkest. De ongeveer 600 voorstellingen vinden plaats in het grote huis, het kleine huis en de U2-zaal. Het huis zelf, met zijn bijzondere architectuur, wordt beschouwd als de "bliksemschicht van de theaterarchitectuur".

De theatergeschiedenis van MünsterIn 1774 bouwde Franz Freiherr von Fürstenberg in een voormalig slachthuis het zogenaamde Komödienhaus, het eerste stadstheater van Münster. Terwijl vóór de opening van deze stadsschouwburg vooral toneelstukken in de zalen van het Krameramtshaus werden opgevoerd, woonden nu ongeveer 20.000 inwoners van Münster in het theatergebouw singspelen en opera's bij. De kwaliteit verbeterde steeds meer, ten laatste toen de bekende acteur Albert Lortzinger van 1826 tot 1833 zijn intrede deed op het Münster toneel. Toen het gebouw in 1890 werd afgebroken, werd op de voormalige adellijke binnenplaats van de familie von Romberg het Lortzinger Theater gebouwd. Maar bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoestten het huis in 1941, waarna provisorische podia werden opgezet in de Stadthalle, die minder werd getroffen. Wegens financiële knelpunten kon voorlopig geen nieuw theater worden gebouwd, ondanks goedkeuring door de gemeenteraad. Maar het project werd voortgezet en verder uitgewerkt. Tot de in 1953 ingediende ontwerpen behoorden het herziene plan van Edmund Scharf (uit 1950), de voorstellen van Hans Ostermann en de groep van architecten Harald Deilmann, Max von Hausen, Ortwin Rave en Werner Ruhnau. Dankzij de vrijgevigheid en steun van vele weldoeners kon in 1954 worden begonnen met de bouw van het kolossale project, dat 20 maanden in beslag nam en 5,3 miljoen DM kostte. Op 4 februari 1956 ging het doek van het nieuwe gebouw voor het eerst op voor de Zauberflöte van Mozart door de Städtische Bühnen Münster. De vijf uur durende voorstelling en een grootse ceremonie markeerden de opening van het eerste naoorlogse theatergebouw in Duitsland. De pers beschreef dit architectonische werk als een "donderslag bij heldere hemel" in de theaterarchitectuur. In 1971 werd het Großes Haus (955 zitplaatsen) uitgebreid met een tweede zaal, het Kleines Haus (ongeveer 280 zitplaatsen). Met het seizoen 2012/2013 nam algemeen directeur dr. Ulrich Peters de leiding over de Städtische Bühnen Münster, die toen werd omgedoopt tot Theater Münster.